In Station Maliebaan is tegenwoordig het Spoorwegmuseum gevestigd, maar het is een plek met een lange historie. Het werd in 1874 geopend als station langs de lijn Hilversum-Lunetten. Druk was het niet op de lijn en in oktober 1939 werd het gesloten.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het echter weer in gebruik genomen door de Duitse bezetter. Het station werd gebruikt als vertrekpunt voor ruim 1600 Joden uit Utrecht en omgeving richting Westerbork en vanuit daar naar de vernietigingskampen. Van de gedeporteerde Joden keerden er na de oorlog slechts 400 terug uit gevangenschap. Voor de 1239 Joden die niet terugkeerden staat er voor het museum een monument. Voor dit station werd gekozen omdat het minder in de gaten liep als vanaf hier de treinen zouden vertrekken: op Utrecht Centraal zou het veel meer aandacht trekken. Aan de voorgevel hangt een plaquette waarop deze donkere geschiedenis van het station vermeld wordt, maar verder is er niets van terug te zien. Een terugkerend verhaal aan de Maliebaan, waar verder (bijna) niets aan het verleden herinnert.
Op het terrein van het museum staat een wagon van hetzelfde type als is gebruikt voor de Jodentransporten, te bezichtigen bij het gedeelte “Beladen treinen”.
Op hetzelfde buitenterrein staat een tenderkast, een kleine betonnen schuilplaats die op locomotieven werd geplaatst als schuilplek voor de machinist en stoker tijdens luchtaanvallen.
In Loods Nijverdal is een wand ingericht over de Spoorwegen tijdens de tweede wereldoorlog. Zowel de mobilisatie, de Jodentransporten, de Spoorwegstaking en de wederopbouw hebben hier een plekje gevonden.
In de bibliotheek staat een houten herdenkingsbank, met de inscriptie “H.J. Lever en L.J.C. van Leeuwen lieten voor ons hun leven in de droeve dagen van Mei 1940. Wij zullen het niet vergeten.”. Hendrik Jan Lever (1905) sneuvelde in Numansdorp op 11 mei 1940 door eigen vuur. Louis van Leeuwen (1918) sneuvelde op 14 mei 1940 op de Grebbeberg.